December 31, 2010

Zoef! door de Sahara / Zoof! through the Sahara

De genadeloze tegenwind hield 5 lange dagen aan. Het zand zat overal en werd met elke tegemoetkomende vrachtwagen als hagel in ons gezicht gesmeten. Na een dag lang voortploeteren (volgens Mark zijn zwaarste fietsdag ooit, dus dat zegt wat) waren we bij lange na niet bij ons doel en aardig door onze voorraden heen. Dus dan maar een campervan aangehouden. Deze bevatte gelukkig een joviale Duitser die, na ons voor gek verklaard te hebben, enige liters water doneerde.
De vorige nacht hadden we naast een ommuurde telecommast gekampeerd (beschutting in een verder beschuttingloos landschap), en dat leek ons nu weer een goed plan. Bij het naderen van zo’n toren kwam er een wat sjofele meneer aangelopen die de bewaker van het geheel bleek te zijn, en voor we het wisten zaten we in zijn zelfgetimmerde hutje te genieten van thee, brood en een omelet. We mochten in zijn hutje slapen, terwijl hij zich in een elektriciteitshokje zou terugtrekken, maar dat vonden we wat al te gortig. Dus dit keer ONDER de mast gekampeerd. Als schamele tegenprestatie wat pasta voor hem gemaakt, die hij deelde met een bezoekende visser die ons weer wat van een overheerlijk appel/banaan/limoendrankje gaf. De rest van de avond bij een kampvuurtje sterren gekeken en nog veel meer zoete thee gedronken. De volgende ochtend kwam een dromedarisdrijver op bezoek, zodat ik nu weet hoe verse dromedarismelk smaakt (lekker!).
In mijn vorige berichtje was ik een beetje bozig over de Marokkaanse mentaliteit, maar dit was echt ongeëvenaarde gastvrijheid, die met elke kilometer leek toe te nemen.

En toen was er opeens wind in de juiste richting. Rond de 35 km/u over kaarsrechte en pannenkoekplatte wegen voorttrappend ging het door heel veel meer stenige woestenij. Af en toe een dromedaris op de weg, verder weinig afleiding en dus gelegenheid om er stevig op los te mijmeren. Nog steeds zeer weinig accommodatie dus tijd voor improvisatie. Met een Frans fietskoppel dat 10 kg aan muziekinstrumenten meezeulde op de vloer van een restaurantje geslapen en 2 nachten daarna in een achterafkamertje van een pompstation.

Zal je net zien: heb je een goede daad verricht door een Marokkaan met een lekke band maar zonder pomp weer op weg te helpen, krijg je een paar uur later zelf een lekke band. Nog geen lekke achterband gehad, en nu zat er nota bene een scheur in de peperdure onverwoestbare buitenband! Mogelijk dat de muizen die ons de voorafgaande nacht gezelschap hielden een afwijkend dieet hebben. Altijd gedacht dat een lekke band plakken in de volle woestijnzon verschrikkelijk zou zijn, maar dat viel mee. Het betekende wel dat we een omweg moesten maken om een nieuwe buitenband, ter waarde van een verontrustende 6 euro, te scoren. Ook een excuus voor een rustdag na 12 dagen voortjakkeren (nota bene zonder zadelpijn, een geheel nieuwe ervaring voor mij, dankzij mijn lederen (sorry WNF) zadel en (steeds spaarzamer) gebruik van een beschermend zalfje).

Verder langs eindeloze stenige vlakte, soms oranje, soms wit. Een paar dagen met een rode laag vetplantjes. Vaak met de oceaan in de verte, waardoor het mogelijk is in de woestijn wakker te worden in een zwaar bedauwde tent. En 1 of 2 keer per dag langs een politiepost waar netjes onze paspoortgegevens worden opgeschreven, dit alles in verband met de betwiste status van de Westelijke Sahara. De over het algemeen zeer vriendelijke politiebeambten raden ons dringend af langs de weg te kamperen, maar ja, als er geen accommodatie is moet je wel.

Gisteren na bijna 4 uur grensbeslommeringen aangekomen in Mauretanië. Niet alleen worden handmatig en in 6-voud alle paspoortgegevens opgeschreven, ook moet er een paar kilometer troosteloos niemandsland worden overwonnen. Tussen langzaam door rul zand voortploegende vrachtwagens en uitgebrande autowrakken duwden we onze fietsen voort in de brandende zon. In Mauritanië wachtte gelukkige een nieuwe gladde asfaltweg, en waren we net op tijd om de langste trein ter wereld voorbij te zien komen. Ons nieuwe jaar begint met een paar stevige fietsdagen door klassieke woestijn, op weg naar de hoofdstad.


- - -


The relentless headwinds kept slowing us down for 5 long days. With every passing vehicle the sand was thrown in our faces like hail, and some stretches the road was only partly visible under the dunes. After what according to Mark was his toughest cycling day ever (and that’s something) we were sure never to reach our destination before the dark. Pretty much at the end of our supplies we flagged down a campervan that luckily produced a jovial German who, after proclaiming we were crazy, donated a royal amount of water. Having found that walled telecom towers present a good shelter from the wind we approached one and crossed paths with a rather shabby looking fellow carrying some plants. This turned out to be the guard of this particular tower, and before we knew it we were enjoying a tea and some omelet in his self made shelter. He offered his home for the night and would himself retreat to a tiny power shack. This was a bit too much, so this time we camped right underneath the tower. The rest of the evening we spent stargazing around a little campfire and drinking lots of sweet tea. Next morning we resumed this activity (without the stargazing) with a visiting camel shepherd, so now I know how fresh camel milk tastes (good!).
OK, last time I was quite harsh on the Moroccan mentality, but this was some amazing hospitality, which we seemed to encounter more on the way South.

And suddenly the wind blew in the right direction. Pedaling with a comfortable 35 km/h over endless flat and straight roads through endless stony desert. Every now and then a camel on the road, but not much else in the way of distraction, so quite a bit of time to let the mind wander a bit. Still very little accommodation, so time to improvise. With a French couple who were hauling 10 kg of musical instruments we slept on the floor of a soon opening restaurant, and 2 nights after that in a back room of a pump station.

You’ll always see: a few hours after helping a Moroccan guy with a flat tire but without a pump, you’ll get a flat tire yourself. And a weird one: a tear in my very expensive, indistructibale rear outer tire which didn’t have any punctures yet. Maybe the mice that kept us company the night before had something to do with that. Anyway, it meant making a detour for a new outer tire that cost me a disturbing 6 euros. Also an excuse to take a rest day after 12 days of serious pedaling, and that without saddle pain! (all thanks to my leather (sorry WWF) saddle and the use of protective cream).

More endless stony plains, sometimes orange, sometimes red or white. And once or twice a day a police checkpoint where our passport info is neatly written down, all because of the disputed status of the Western Sahara. The friendly police officials warn us to stick to formal accommodation, but when there’s none within a day’s ride, wild camping is the only alternative. And no better place to count falling stars than in the middle of Saharan nowhere.

Yesterday we entered Mauretania. Besides endless border formalities, this involved pushing our bikes through the depressing 3 kilometers of no man’s land that separates these countries, the burned out car wrecks eerie warnings not to stray too far from the many weaving trails. After this a new road led us through some nice desert scenery and we were just in time to witness world’s longest train passing by. Our new year will start with a couple of big and very sandy days to reach Mauritania’s capital.




Wildkamperen, daarom dus
Wild camping, that’s why


Nooit meer thee zonder suiker
No more tea without sugar for me


Dromedaris op de weg
Camel on the road


Lunch met uitzicht op 1e kerstdag
Lunch with a view on Christmas day


Woestijnflora
Desert flora


Wildkamperen, daarom dus, deel 2
Wild camping, that’s why, part 2


Zoef!
Zoof!



day 91 Tan-Tan - Next to the N1 about 20 km before Sidi Akhfenir: 102 km
day 92 Next to the N1 about 20 km before Sidi Akhfenir - Next to the N1 between Sidi Akhfenir and Tarfaya: 76 km
day 93 Next to the N1 between Sidi Akhfenir and Tarfaya - Tarfaya: 50 km
day 94 Tarfaya - Laayoune Plage (Western Sahara): 135 km
day 95 Layoone Plage - Boujdour/Bu Jaydur: 171 km
day 96 Boujdour/Bu Jaydur - Oued Lakraa: 182 km
day 97 Oued Lakraa - Dakhla/Dajla: 188 km
day 99 Back on N1 at turnoff to Dakhla - Next to the N1 between El Aroub and Complexe Barbas: 115 km
day 100 Next to the N1 between El Aroub and Complex Barabas - Complexe Barbas: 141 km
day 101 Complexe Barbas - Nouadhibou (Mauretania): 151 km

December 19, 2010

Terug in het zadel / Back in the saddle

De meeste mensen zouden wel raad weten met een weekje in een licht toeristische Marokkaanse badplaats. Ik niet. Het wachten in Agadir op de nieuwe bankpassen van Mark (portemonnee verloren in Marrakesh) duurde helaas wat langer dan verwacht. Heel veel gelezen, heel klein beetje gesurft en elke dag vroeg wakker geworden door de overambitieuze maar weinig getalenteerde muezzin medewerker wiens toeter zich op een kleine 15 meter van onze kamer bevond (dit klonk zo: link).

Alvorens definitief naar het zuiden te fietsen maakten we eerst nog even een omweg door de voorlopig laatste bergen op de route: de Anti Atlas. Een ideale fietsroute: prima weg, vrijwel geen verkeer en fantastische panorama’s. Bijna geen accommodatie, en dus: mijn eerste wildkampeerervaring! (afgezien dan van die kan-ik-mijn-tent-in-het-donker-opzetten proefnacht in het Amsterdamse Rembrandtpark). Had ik veel eerder moeten doen, maar de behoefte aan een douche na een lange fietsdag was tot nu toe altijd genoeg motivatie om desnoods nog een flink eind door het donker te fietsen. Het aangename middle-of-nowhere gevoel, het uitzicht voor het uitkiezen en de vrijwel absolute stilte compenseren ruimschoots voor de praktische ongemakken. En sta je dan na een paar dagen weer eens onder de douche, dan is dat de hemel op aarde.

Samen fietsen kan nogal nauw luisteren, maar Mark en ik zijn redelijk aan elkaar gewaagd. Ik moet wel flink hard werken om hem bij te houden, terwijl ik toch dacht zelf aardig snel te zijn ondertussen. Hij is meer van het snel fietsen, ik meer van de lange dagen. Zo deed hij Route 66 (meer dan 4000 km) in 25 dagen (en 1 rustdag). Verder is het ook nog eens zo’n fietsasceet die vindt dat slipstreamen valsspelen is. Kortom, een bikkel.

Maar hoe zit het nou met die Marokkanen? Niet 1 groot feest. Door schade en schande wijs geworden hanteer ik nu maar de volgende regels: 1) Iedereen is op je geld uit tot het tegendeel bewezen is (onbaatzuchtige behulpzaamheid ben ik nog maar een enkele keer tegen gekomen). 2) Spreek altijd van tevoren een prijs af (anders betaal je al snel voor een kopje thee de prijs van een 3-gangen-menu). 3) Geef geen geld of pennen aan bedelende kinderen (afgezien van het feit dat je door beiden snel heen zou zijn, maak je het leven van de fietsers na je knap irritant).
Gaat dus alleen over centjes, dus misschien niet heel belangrijk. Maar die oprecht geïnteresseerde en vriendelijke Marokkaan krijgt nu wel al mijn wantrouwen over zich heen, en da’s jammer.

En nu sinds 2 dagen op de N1, de enige verkeersader naar het zuiden die ondanks dat de allure heeft van een Nederlandse provinciale weg. Stukken tot 200 kilometer zonder accommodatie, en dus afgelopen nacht onze tentjes opgezet onder de galerij van een verlaten pompstation. Wel moesten we eerst een zandstorm trotseren die vervolgens overging in een regenbui, al met al een enerverend spektakel. Zwoegend tegen een genadeloze tegenwind zagen we niet zo snel hoe te kamperen, maar daar kwam een Zwitser ons met 50 km/uur tegemoet geblazen die ons kon vertellen dat er verderop een gebouw was en dus beschutting. Van slapen kwam het niet echt aangezien de hele nacht door en op een paar meter afstand zwaar vrachtverkeer bleef voortdenderen.

Vandaag iets minder tegenwind en gewoon weer een aangenaam zonnetje. Langzaam gaat de steenachtige hammada over in de meer klassieke zandduinen. We zorgen er vanaf nu voor dat we ieder tegen de 10 liter water meezeulen. De woestijn, we zijn er bijna!


- - -


Most people would be happy with a week in a slightly touristic Moroccan beach town. Not me. Waiting for Mark’s new cards (lost his wallet in Marrakesh) took somewhat longer than expected. Passed the time with lots of reading, a little bit of surfing and by being woken up early every day by the overambitious yet highly untalented muezzin man who’s speakers were about 15 meters from our room (this bad: link).

Instead of directly heading South, we opted for a scenic detour over the last mountains we would encounter for a while: the Anti Atlas. Ideal cycling: smooth roads, almost no traffic and lovely scenery. Almost no accommodation though, and so: my first wild camping! (aside from that try-out night in a Amsterdam city park). To avoid unnecessary attention we wait for the dark before we put up our tents, enjoying our spaghetti-with-tuna-and egg in almost absolute silence under a hazy moon.

Cycling together can be tricky, but Mark and me seem to be doing fine. I have to step up quite a bit to keep up with him, and I thought I was fast! He did Route 66 (more than 4000 km) in 25 days (and 1 restday). He’s one of those cycling ascetics too, who think slipstreaming is cheating. Guess I have to respect his beliefs…

So what about these Moroccans? Well… After plenty of interactions I’ve resolved to sticking to the following rules: 1) Everyone wants your money (I’ve only had a few occasions of genuine friendliness). 2) Always agree on a price beforehand (otherwise your cup of thee ends up costing more than a whole menu). 3) Don’t give money or pens to begging kids (you’ll run out of both really soon, and cyclist after you will have an even harder time).
OK, this is only about the money, and there are more important things in life. But the truly interested and friendly Moroccan now suffers the full extent of my distrust, which is a pity of course.

And now since 2 days on the N1, the only road to the South while still having the feel of a minor road. Stretches of up to 200 kilometers without accommodation, so last night we pitched our tents under the roof of a derelict pump station. To get there we first had to suffer through a sand storm that later became a rain shower, quite a spectacle with a rainbow to top it off. Battling a relentless head wind we started to worry about camping. Then a Swiss cyclist came zipping along with 50 km/h in the other direction, and he could tell us there would be a building, and therefore shelter from wind and rain, after another 20 kilometers. Hardly slept though since all through the night heavy trucks kept thundering past a few meters away.

Today somewhat less headwinds and a pleasant sun again. The stony hammada slowly gives way to the classic sand dunes. From now on we make sure to each carry up to 10 liters of water. The desert is waiting!



Agadir



Anti Atlas



Eerste wildkampeerplek
First wild camp spot


En aan uw rechterhand een zandstorm
And a sandstorm on your right hand side


Dan maar hier kamperen
Guess this will have to do


Begint op woestijn te lijken
Starting to look like desert


day 86 Agadir - Next to the R105 between Ait Baha and Tafraout: 100 km
day 87 next to the R105 between Ait Baha and Tafraout - Next to the R104 between Tafraout and Bouizakarne: 105 km
day 88 Next to the R104 between Tafraout and Bouizakarne - Bouizakarne: 92 km
day 89 Bouizakarne - Next to the N1 between Guelmin and Tan-Tan: 95 km
day 90 Next to the N1 between Guelmin and Tan-Tan - Tan Tan: 83 km

December 07, 2010

Bikkels / Die-hards

Tijdens het typen van m’n vorige berichtje begon het te regenen, en dat bleef het een aantal dagen af en aan doen. Na een lange, natte dag bleek mijn voorgenomen doel (op de kaart een wat grotere plaats) geen enkele accommodatie te hebben. Het werd donker en met de genadeloze tegenwind zou ik nog ruim 2 uur bezig zijn om de volgende plaats 30 kilometer verderop te halen. Om een lang verhaal kort te maken: ik heb vals gespeeld. De heer die ik had gevraagd naar accommodatie, bood spontaan aan me naar de volgende plaats te brengen. Bleek te gaan om een basisschool directeur, die het dus geen probleem vond om al mijn bemodderde bezittingen in zijn autootje te laden. Aangekomen bleek dat alles vol zat, afgezien van een panoramische suite, die ik dus maar nam. Volgende dag had ik natuurlijk een stukje terug kunnen fietsen om als echte purist te kunnen zeggen dat ik elke kilometer heb gefietst, maar aangezien het opnieuw (of nog) regende en dit 1 van de lelijkste stukken weg ter wereld moet zijn, liet ik dit maar achterwege, en maakte ik er een monsterdag van om in 1 keer Marrakesh te bereiken.

Hier had ik afgesproken met Mark, een sympathieke Brit die op weg is naar Kaapstad. Leek ons wel een goed idee om de volgende etappe gezamenlijk te doen, solo reizigers riskeren immers geweigerd te worden bij de grens met Mauritanië. Verder natuurlijk gewoon erg gezellig.

Met 5 rollen koekjes, 4 kg mandarijntjes en bananen, 3 kg pasta en veel nootjes en dadels verlieten we Marrakesh onder een ouderwets blauwe hemel om gezamenlijk de Atlas bergen te bedwingen. Al snel veranderde het landschap in Arizona-achtige rotsformaties met veel cactussen en rode dorpjes. Dit was het Marokko waar we op hadden gewacht. Gestaag klimmend ging het naar de Tizi n'Tickha, de hoogste pas van Marokko (en met 2260 meter ook het hoogste punt van onze beider trips). Een paar kilometer voor de pas stopten we in een klein bergdorpje waar we in een basaal maar knus onderkomen belandden. Geen warme douche, maar in plaats daarvan werden we met een setje handdoeken naar de dorpshammam gestuurd. Na voor de zekerheid nog even nagelezen te hebben wat de etiquette is in deze openbare badhuizen, werden we naar een gebouwtje geleid waar we elk een emmer en een schepje in handen kregen gedrukt. Volgende ruimte was de kleedkamer, even gêne overwinnen en hopla, naakt de volgende ruimte in om onze emmertjes te vullen met stomend heet water. Laatste ruimte was een ware sauna, waar we het voorbeeld volgden van de aanwezige dorpeling en al scheppend onze eigen douche verzorgden. We voelden ons zeer geïntegreerd, en nadien vooral erg opgefrist.

Overigens houden Marokkaanse hotelmedewerkers niet van fietsen. De vraag of ik mijn fiets binnen mag stallen roept een blik op die het midden houdt tussen paniek en afgrijzen. Hierna volgt regelmatig een botte weigering. En dan gaat het niet om blinkende 5-sterren resorts, maar onderkomens die in Europa nog maar net de benaming pension zouden kunnen claimen. Vreemd.

Na de pas sloegen we een kleiner weggetje in dat ons door een fantastisch landschap leidde van rode steenvlaktes tegen een achtergrond van besneeuwde bergtoppen onder een strakblauwe hemel. Verder door kloven met af en toe groene terrasbouw langs kleine stroompjes. Het slalommen om de gaten in het asfalt ging helaas over in het stuiteren over 40 kilometer aan grote kiezels die Mark een lekke band opleverden en mij een deja vu gevoel aan een zeker wandelpad in Spanje.

In het Noorden leek het of de ene helft van de Marokkaanse mensheid zich in een auto of bus bevindt, en de andere helft langs de weg op een auto of bus staat te wachten. Op ons rondje door de Hoge Atlas was de weg gelukkig vaak uitgestorven en konden we lange stukken naast elkaar fietsen zonder al te veel starende blikken. Het onbezoedelde landschap en de rust deden de restjes cultuurschok langzaam wegebben. Na vele kilometers prairie-achtige hoogvlakten waarbij we spontaan Sergio Leone melodietjes gingen fluiten zijn we nu weer terug aan de kust die we verder zullen volgen naar het nog Zonniger Zuiden.


- - -


It started raining while typing my last blog message, and kept doing that quite a bit during the following days. After a very long and wet ride it turned out my intended goal for the day didn’t have any accommodation (looked like a bigger town on the map). It was getting dark and with the nasty headwinds it would have taken me over 2 hours to get to the next bigger town 30 kilometer South. To make a long story short: I cheated. The gentleman I had asked about accommodation offered to give me a ride to the next town. Turned out to be a primary school principal who didn’t mind me putting all my muddy belongings in his car. The next town did have plenty of accommodation, but everything was booked, except for a ridiculous panoramic suite which I ended up taking. To compensate for my sin I made the next day into a grueling race against the clock and the elements to reach Marrakesh.

Here I met up with Mark from the UK, a very nice chap on his way to Cape Town and also raising money for the WWF. Seemed like a good idea to do the next leg together, knowing that solo travelers risk being sent back at the border with Mauretania. Think my parents will find it comforting too.

With 5 rolls of cookies, 4 kilos of clementines and bananas, 3 kilos of pasta and lots of dates and nuts we left Marrakesh the next day under a clear blue sky to cross the High Atlas mountains. Soon we cycled through the scenery we’d been looking forward to: Arizona like rock formations, cactuses, red villages blending in with their surroundings. We stopped at a small village a few kilometers before the Tizi n'Tichka, the highest pass of Morocco (with 2260 meters also the highest of both our trips). The place we ended up in didn’t have a warm shower (and it was cold up there!), so we were advised to make use of the village hammam. After reading up on the etiquette of these community bath houses, we headed to what seemed from the outside as just another shabby house. Inside we were given a bucket and half a plastic bottle for a scoop. Next room was the changing room, already much warmer than outside. Having stripped naked we filled our buckets in the following room, again a little bit warmer. The final one was truly a sauna, where we followed the example of one of the villagers and just started scooping the water over our tired bodies. A nice and kind of cozy way of ending your day!

On a side note, Moroccan hotel employees don’t like bicycles. My question about parking my bike inside usually results in a facial expression somewhere between panic and horror. A blunt refusal often follows. And these are not immaculate 5-star resorts, but places that would hardly be able to claim the designation pension in Europe. Maybe here a bicycle is the ultimate sign of poverty (even though my bike is probably worth more than their car). In South East Asia I didn’t even bother asking if I could park my bike in my room, I just did. Now I just make sure it’s one of the first things on my list.

After the pass we left the main road for a smaller one leading us though an amazing landscape of red rock plains with a backdrop of snowcapped peaks under a clear blue sky, on to green terraces along little streams in deep canyons. The slaloming around potholes on the tarmac road changed to bouncing over 40 kilometer of big stones that caused Mark to have a puncture and me to reminisce about a certain trail in Spain. When it was getting dark we were certain to have missed the village with a little hotel we were told about, only to learn the next morning that it was right around the next corner of where we spent the night.

In the North it seemed that half the Moroccan population was traveling by car or bus, and the other half was waiting roadside for one or the other. On our little loop through the High Atlas the road was often deserted and we could cycle alongside for long stretches. The unspoiled panoramas and the peace & quiet washed away the last bits of culture shock. After 2 easy days of zipping along slowly downhill sloping roads, we’re now back on the coast which we will follow down to the even more Sunny South.



Ten noorden van Casablanca
North of Casablanca


Met / With Mark in Marrakesh


Veel cactussen in Marokko
Lots of cactuses in Morocco


Op weg naar de Tzi n'Tichka pas
En route to the Tzi n'Tichka pass


Rode dorpjes
Red villages


Soort van prairie
Kind of prairy


Tamelijk rustige wegen
Fairly quiet roads



day 68 Rabat - Berrechid: 125 km
day 69 Settat - Marrakesh: 175 km
day 72 Marrakesh - Taddert: 101 km
day 73 Taddert - Tizgui-n-Barda: 72 km
day 74 Tizgui-n-Barda - Tazenakht: 98 km
day 75 Tazenakht - Taliouine: 92 km
day 76 Taliouine - Taroudant: 111 km
day 77 Taroudant - Agadir: 88 km

November 26, 2010

Cultuurschok / Culture shock

Ik heb alle symptomen: 1. Een algeheel gevoel van ongemakkelijkheid over alles wat net even anders is. 2. Het liefst blijf ik in mijn kamer (en aan kamperen moet ik al helemaal niet denken). 3. Ik ervaar een warm gevoel van opluchting als ik een Westers gezicht zie.

Na mijn vorige berichtje vanuit de McDonalds net over de grens tussen Gibraltar en Spanje fietste ik met Louis & Lysanne naar havenplaats Algeciras en kon ik op dit bescheiden afstandje mijn 5000e kilometer wegtrappen. Tijd voor wat nieuws: MAROKKO. Fantastische landschappen, gastvrije mensen, heerlijk eten, veel zon, kortom: dit zou wel eens aangenaam kunnen worden.

Na het afscheid van het olijke Canadese 2-tal en een probleemloze oversteek fietste ik al na een paar kilometer over een mooi binnendoor weggetje langs geitjes, ezels en door koeien voortgetrokken ploegen. Iedereen groet vrolijk terug en ik krijg alle ruimte op het prima wegdek. Een prima eerste dag!

Maar alle hawkers, hurktoiletten, koude douches, licht suïcidale bestuurders van taxi’s en bussen, dierlijke kadavers op en langs de weg, de algehele rotzooi, het wakker worden door de muezzin, maar vooral de overdosis aandacht zijn behoorlijk wennen. Overgangen: altijd lastig voor mij.

Wel had ik het geluk snel weer wat fietsend gezelschap te treffen. Twee maanden Europa en maar een paar fietsers gezien, nu op de 2e dag in Marokko al drie. Eerst ras Amsterdammer Jerry die in 5 weken van Málaga naar Marrakech fietst. Samen door groene valleien over de uitlopers van het Rif gebergte getrapt en ’s avonds samen de hawkers getrotseerd. Ook erg handig om iemand te hebben die op je fiets let terwijl je over de prijs van je kamer onderhandeld. Dezelfde dag mierzoete thee gedronken met een Spaans/Belgisch koppel dat met hun 3-jarige dochter in een aanhangwagentje de wereld rondfietst.

Nu in de hoofdstad van Marokko, de eerste plek waar ik een beetje met rust wordt gelaten. Vandaag een kleine bureaucratische overwinning behaald: een visum voor Mauritanië dat NIET vandaag ingaat en toch een maand geldig is. Ik had de mazzel dat ik vanochtend bij de ambassade mijn schriftelijke pleidooi (in het Frans) kon laten checken door een Belgisch echtpaar. Heel Maartenesk stond ik vanmiddag voor een dichte deur: op vrijdag gaat de boel eerder dicht. Geen gehoor bij bellen, dus maar aangebeld bij de poort van de ambassade zelf. Een zeer net uitgedoste donkere meneer doet open, waarschijnlijk een soort van conciërge maar had de ambassadeur zelf kunnen zijn. Wijst op zijn grote gouden horloge dat ik toch echt te laat ben. Ik doe alsof ik nog slechter Frans spreek dan ik al doe en kijk vooral erg moeilijk. Het werkt want hij neemt mijn bonnetje aan en komt even later terug met mijn paspoort MET de juiste data. Joechei!


- - -


I’ve got all the symptoms: 1. A general feeling of discomfort with everthing that’s somehow slightly different. 2. I want to stay in the security of my room all day long (not even thinking about camping). 3. I experience a warm feeling of relief when seeing a Western face.

After my last message from the McDonalds just across the border between Gibraltar and Spain Louis, Lysanne en me cycled to harbor town Algeciras clocking in my 5000th kilometer. Time for something new: MOROCCO. Amazing landscapes, hospitable people, great food, lots of sunshine: this should be good.

After having to say goodbye to my Canadian friends and a hassle-free ferry ride I found myself on a scenic back road after only a few kilometers. Lots of lifestock, including cows and horses pulling ploughs. Everyone greets me back and I get plenty of space on the surprisingly ok tarmac. A fine first day!

However, all the hawkers, squat toilets, cold showers, suicidal taxi and bus drivers, roadside cadavers, the general mess, the muezzin waking me up, but above all the overdose of attention are still quite overwhelming. Transitions: never easy for me.

After only meeting a handful of cyclists in Europe, I already had met 3 on the second day on this new continent. First Jerry who happened to be from Amsterdam too, cycling from Málaga to Marrakech. A nice day pedaling through green valleys and over the edges of the Rif mountains and a pleasant evening evading hawkers and eating funky Moroccan food. Same day we had a roadside break for some super sweet tea with a Spanish/Belgian couple traveling with their 3-year old daughter (the guy had stayed in Sevilla at the same WarmShower hosts as I did, it’s a small cycling world).

Yesterday I arrived at the capital, the first place where I don’t stand out like a sore thumb. Not a touristic highlight but the stage of a small bureaucratic victory: a Mauritanian visa that doesn’t immediately start and still will be valid for a 1 month period. I was lucky enough to meet a Belgium couple at the embassy this morning who could proofread my written apply (in French). Without much hope after the extremely unfriendly guy who snatched the necessary papers out of my hands, I returned to the embassy this afternoon only to find it closed. @#&! Since no one picks up the phone I try the main gate. A very neatly dressed black man peaks out and subsequently points at his giant gold watch making it very clear that I’m too late and have to wait until Monday. I act very helpless and try to look quite flabbergasted which doesn’t need much effort. He takes my receipt and closes the gate again. Could this be the ambassador himself? Anyway, he returns with my passport AND the requested entry and exit dates! Woohoo! Time for some celebratory couscous which curiously enough is only served on Fridays (plus one of the best banana shakes ever).



Het donkere continent wacht
The dark continent is waiting


Eerste kilometers in Marokko
First kilometers in Morocco


Eerste 'hotel'
First 'hotel'


Jerry


Prima wegen
Fine roads


Vissers in Rabat
Fishermen in Rabat



day 61 Gibraltar - Algeciras: 26 km
day 63 Tanger-Mediterranée (Morocco) - Tetouan: 63 km
day 64 Tetouan - Ouezzane: 132 km
day 65 Ouezzane - Kenitra: 136 km
day 66 Kenitra - Rabat: 42 km

November 20, 2010

De Rots bereikt! / Made it to the Rock!

In Sevilla werd ik dankzij Warmshowers met open armen ontvangen door Mallorie & Marc, een jong Belgisch stel dat al enkele jaren de Brusselse regen voor de Spaanse zon heeft ingeruild. Onder het genoegzaam geknor van 2 cavia's kon ik fijn fietservaringen en -handigheidjes uitwisselen met Louis & Lysanne, 2 Canadezen die OOK van hun gastvrijheid mochten genieten. Zij vertrokken de volgende dag zuidwaarts, ik hing weer de tourist uit in deze prettige stad met 's avonds tapas en een flamenco optreden.

Een miserabele dag met 8 uur ploeteren door meer kleffe miezer volgde. De dag erna was echter om door een ringetje te halen. Mijn kleren waren binnen no time drooggefietst in een aangenaam zonnetje, en al na een uurtje fietsen zag in de verte ik 2 bekende figuren: de Canadezen! Gezellig samen opgefietst door een fantastisch mooi landschap. Louis & Lysanne zijn beide kok geweest wat hun 2 tassen met voedsel en keukenspul verklaard (en hun cuisine waaraan mijn fastfood pasta niet kan tippen). Ook verder gewoon een zeer plezierig tweetal om mee op te trekken.

Na een mooie klim kwam eergisteren plots de Rots van Gibraltar in zicht, 60 km verder, een magisch momentje. Gisteren kwamen we aan in dit eigenaardige Britse stukje grond, na eerst de landingsbaan te hebben overgestoken. 'S avonds gelijk de Rots vol brutale apen beklommen, en deze mijlpaal met fish & chips gevierd. Vanochtend nog een mooi rondje rond de Rots gefietst door tunneltjes en langs Europa point, het zuidelijkste puntje.


- - -


In Sevilla I recieved a very warm welcome by Mallorie & Marc, a Belgian couple from the Warmshower network, who ALSO hosted Louis & Lysanne, 2 Canadians cycling around the world for 2 years. So lots of cylcle talk and good times.

What followed was another lousy day of very Dutch endless drizzle, while the next day brought just clear skies with great scenery. After only a few kilometers I saw 2 familiar figures: the two Canadians! We joined up for a great day of cycling, talking and lots of picture taking. It's great to have some company on the road for a change! That evening suddenly the Rock of Gibraltar came into view, some 60 kilometers ahead, a magical moment.

Yesterday we arrived at this peculiar little British piece of land, crossed the airstrip, climbed the monkey infested Rock, and celebrated this milestone with fish & chips.



Sevilla


Met Mallorie, Lysanne en Louis


Uitzicht vanuit Ronda
View from Ronda


Nog een paar kilometer
A few kilometers to go


Gibraltar met aap
Gibraltar with monkey



day 56 Lora del Rio - Sevilla: 67 km
day 58 Sevilla - Algodonales: 118 km
day 59 Algodonales - Gaucin: 83 km
day 60 Gaucin - Gibraltar: 67 km

November 14, 2010

Regen! In Andalusië! / Rain! In Andalucia!

Langs stuwmeertjes, verbaasde hertjes en vooral HEEL veel olijfbomen verder gefietst door Andalusië, met een paar keer de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada in de verte.

In de jeugdherberg van Granada kwam ik Mary Margaret tegen, een Amerikaanse die nota bene in Scheveningen studeert, en nu samen met haar Duitse reisgenote en talenwonder Tanja een rondje door Andalusië aan het reizen was. Met z’n drieën de geometrische patronen en tuinen van het fameuze Alhambra complex bewonderd.

De volgende dag vertrok ik met een kleffe miezer uit Granada. Na een bijzonder vervelende afdaling met priemende regen en remblokjes die aan vervanging toe zijn, zag ik aan de kant van de weg een fiets met aanhangwagentje staan en wat uitgestalde kookgerei. Het duurde even voordat ik de eigenaar kon ontwaren. Als een levensgrote kabouter kwam een man met grijs baardje en enorme regencape uit zijn schuilplek onder de bomen gekropen met een stomende mok in z’n hand. Het bleek te gaan om een Deen, van plan de winter aan de Spaanse Costa door te brengen. Leek me wel een mooi karakter, maar ik stond te vernikkelen en het eerste de beste hostel was nog 20 km te gaan. Dus hop verder, en aan zonnige stranden denken.

Hierna volgde een wisselvallige dag die eindigde in het onderkomen van 2 blanke Rastafari bergbeklimmers. Geheel in stijl genoten ze van een biertje en een jointje kijkend naar een Bob Marley video. Ondertussen was de keuken zo’n bende dat me werd aangeraden m’n eigen brandertje te gebruiken om weer eens een ouderwetse pastamaaltijd in elkaar te flansen.

Weer een dag later kwam ik vast te zitten in de klei, die daar waarschijnlijk lag als opmaat voor nieuw wegdek. Nou is klei al iets waar een fiets van vastloopt, helemaal erg is het als het pad vervolgens door gaat over GRIND. Dit betekende het einde van mijn fietsdag, en bij het eerste de beste truckershostel was ik vervolgens 2 uur bezig de klei en steentjes uit alle hoeken en gaten van mijn fiets te pulken.

Tijd voor een rustdag in Córdoba, waar ik de toerist uithing in de tot kathedraal omgebouwde moskee en de vele smalle steegjes. Heel ambitieus was ik van plan vandaag in 1 keer naar Sevilla te fietsen over een fijne vlakke route, maar de hemelen openden zich weer, en na een paar natte uren had ik het wel weer gezien. Tijd om rustig een blog berichtje te typen. En eens te kijken naar mijn voorband die al een paar dagen druk verloor. Inderdaad een piepklein gaatje (de eerste lekke band!), zeker in vergelijking met de enorme doorn die door mijn buitenband bleek te steken.

Morgen dus Sevilla, om dan na dit rondje door Andalusië eindelijk koers te zetten naar Gibraltar.


- - -


Pretty villages, little lakes, surprised deer, the Sierra Nevada in the distance, but mostly LOTS of olive vineyards: Andalucía makes for scenic cycling.

The first touristic stop in Andalucía: Granada with its famous Alhambra. Together with Mary Margaret (from the States but studying in Holland) and Tanja (German language wonder) I spent some time inhaling the culture of this large complex.

Next day I left in a drizzle that soon turned into something slightly more nasty. One more addition to my list of frustrating things in the life of a cyclist: having to hit the brakes in a descent because the rain is just too painfully hitting your face. After one of those descents I noticed a bike with caddy parked near the side of the road with some cooking gear around it. Woohoo, another cyclist! After scanning the immediate surroundings, some 30 meters away a man with a little grey beard and a huge rain cape emerged from his hiding place like a giant hobbit, holding a steaming jug in his hands. He turned out to be from Denmark, on his way to spend the winter at the Spanish coast. I’d liked to talk to him some more but I was getting cold and had to fight the rain for another 20 km’s, ending up in a hostel without means to dry my clothes. According to the hobbit this was the first day in 3 months that it rained here, so who would normally need a radiator to dry clothes?

The following day ended in the hideout of 2 Rastafari mountain climbers. While they were leisurely smoking, drinking and watching a Bob Marley video, I dusted off my stove for another pasta meal.

And then another one for my list: the combination of clay (which seemed to be purposely dumped on a road exclusively for cyclists) and gravel (of which the rest of this road consisted). This was the end of my cycling day. I consequently had to spend 2 hours at the nearest hostel removing all the clay and stones from the various moving parts of my bike.

A welcome resting day in Córdoba 2 days later, where I checked out the Mezquita, a mosque turned into a cathedral. Today I had planned to cycle to Sevilla in 1 day, but again the heavens opened and cut my cycling day short. So time for a blog update, and to take a look at my front tube which had been losing pressure for the last couple of days. My first flat tire! Well not quite flat: only a tiny hole, surely compared to the huge thorn that turned out to be sticking through my outer tire.

So, onto Sevilla tomorrow, last stop on my little loop through Andalucia before finally heading to Gibraltar.



Stuwmeertje
Artificial lake


Sierra Nevada


Veel olijfbomen in Andalusië
Lots of olive trees in Andalucia



Spectaculaire zonsondergang
Spectacular sunset


Alhambra in Granada


Mezquita in Córdoba



day 46 Cañada Morales - Huesa: 107 km
day 47 Huesa - La Peza: 106 km
day 48 La Peza - Granada: 45 km
day 50 Granada - Alhama de Granada: 82 km
day 51 Alhama de Granada - El Chorro: 129 km
day 52 El Chorro - Lucena: 120 km
day 53 Lucena - Córdoba: 102 km
day 55 Córdoba - Lora del Rio: 96 km

November 04, 2010

Werk aan de weg / Road under construction

De route ging verder door het ruige binnenland van Spanje: bergen, kloven, kale vlakten en cirkelende gieren. En in de lager gelegen delen veel gele bladeren en rode aarde. Heel wat wegsprintende klimgeitjes, konijntjes en eekhoorntjes. Helaas ook weer 3 dagen waardeloos weer, daardoor wel een hoop regenbogen gezien. Op zo’n dag raak ik 100 km mijn water niet aan, de volgende dag ben ik na 60 km al door mijn voorraadje van 2.5 liter heen. Gelukkig kom ik vaak langs dorpsfontijntjes en bronnen langs de weg.

In Frankrijk waren het de Voies Vertes, in Spanje zijn het de Vías Verdes: fietspaden over oude spoorwegen. En dus: meer tunneltjes! Lang, bochtig en vaak zonder licht, dus erg leuk.

Eergisteren fietste ik over een mooie brede weg, volgens de kaart een snelweg, tot een wegversperring roet in het eten gooide. Een mannetje met een geel hesje maakte me duidelijk dat ik absoluut niet om de versperring heen kon, en dat er geen enkel alternatief was om ook maar enigszins in dat deel van Spanje uit te komen dat achter de versperring lag. Over de inderdaad wel erg rustige snelweg teruggefietst naar een toeristisch burchtdorpje dat ten zuiden van deze weg ligt. De dame van de lokale VVV (die ik net voor haar Siësta onderschepte), bevestigde wat de kaart al suggereerde: vanaf dit dorp ging de weg niet verder zuidwaarts. MAAR: ik kon een wandelpad nemen, andere fietsers zouden dit ook hebben gedaan. Waarschijnlijk ging dit om het olympisch mountainbike team, want met mijn volgeladen fiets was dit een nachtmerrie. Rotstrappen opzwoegend, stuiterend over meloenen van keien, wadend door rode blubber en vooral vloekend, nam ik mij voor wandelpaden voortaan alleen als zodanig te gebruiken.

Gisteren opnieuw werk aan de weg. Dit keer kon ik gelukkig slalommend tussen graafmachines, sproeiwagens en walsen mijn weg vervolgen. Er zijn hier dan ook heel wat wegen die toe zijn aan wat onderhoud. Er is weinig frustrerender voor een fietser dan regelmatig te moeten stoppen om je velgen af te laten koelen omdat je door het abdominale wegdek voortdurend krampachtig in de remmen hangt. Maar vandaag over voornamelijk zeer glad asfalt Andalusië binnengereden, weer een stukje dichter bij het Zonnige Zuiden.


- - -


The route took me through the rugged interior of Spain with its mountains, red rock, barren fields and circling vultures. Highest pass: 1700 m. While I saw on the news that Lisboa was flooded I too suffered 3 days of lousy weather. Lots of rainbows though.

I also enjoyed some more cycling on former train tracts, sometimes up to 40 km without seeing another human being. And: more tunnels! This time mostly without functioning lights, so a bit more of a challenge with only my tiny LED light to show me the (often bumpy) way.

Two days ago I was leisurely cycling along a nice broad road, in fact a highway according to my map. Then a roadblock appeared, and a guy assured me there was no way I could get around it, or anywhere near the region on the other side. Very helpful guy. I passed a touristic village South of this road about 2 km back, and although the map showed no road going further South from there, I thought it might be helpful to visit the local tourist information. The lady there (about to enjoy her Siesta) confirmed that there was no other road going South anywhere near. There was however a trail I could try. I did, and really shouldn’t have. Bouncing over huge boulders, wading through thick red mud, pushing my bike up ridiculous steep rock stairs, I cursed my way to what then felt like an heavenly and immensely smooth tarmac road. I’m not doing that again.

Yesterday more road maintenance in progress, but this time I was allowed to slalom my way around the working men. They’ve got quite a lot of work ahead of them since a lot of roads here suffer from major frost damage. Nothing more frustrating for a cyclist than stopping all the time to let your rims cool down because of all the furious braking on potholed descents. Yet today I entered Andalucia on nice smooth tarmac, one step closer to the Sunny South.



Ook hier reed vroeger de trein
Another former train tract


Het ruige hoogland
The rugged highlands


Elk nadeel heb ze voordeel
*Lost in translation*


Veel rode aarde in Spanje
Lots of red earth in Spain


Herfst in Spanje
Autumn in Spain


Het bewuste paadje (een goed stuk welteverstaan)
The trail (the good part)



day 37 Ulldemolins - Valderrobres : 115 km
day 38 Valderrobres - Cantavieja: 95 km
day 40 Cantavieja - Teruel: 96 km
day 41 Teruel - Frías de Albarracín: 71 km
day 42 Frías de Albarracín - Cuenca: 100 km
day 43 Cuenca - Barrax: 167 km
day 44 Barrax - El Batán del Puerto : 115 km
day 45 El Batán del Puerto - Cañada Morales: 113 km

October 27, 2010

De Pyreneeën overgeblazen / Blown across the Pyrenees

In het zuiden van Frankrijk werd ik geplaagd door een aanhoudende wind die mij het fietsende, kamperende en boterham smerende leven zuur maakte. Meermaals werd ik de berm ingestuurd en zelfs mijn pot speculaasspread schoof van tafel. Het is erg leuk om zonder trappen de berg op te worden geblazen, minder is het als je eigenlijk van plan was die berg af te komen. 's Nachts lag ik 'm dan te knijpen of mijn haringen het wel zouden houden. Niettemin genoten van groene dalen met klaterende beekjes, spectaculaire rotsformaties en vergezichten met kasteeltjes.

Op de dag dat ik de Pyreneeën overstak had ik de wind gelukkig in de rug. Bovendien ging het over een lage pas van 715 meter. Nadat ik een kilometer lang mijn fiets had voortgeduwd over wat was veranderd in een een obscuur bergpaadje, stond ik plots op glad Spaans asfalt. Met de wind in de rug kwam ik aan in Figueres, de stad waar het leven van Salvador Dali begon en eindigde en waar hij in zijn eigen museum ligt begraven. Van het Mae West interieur en de reusachtige eieren op het dak tot een hologram van Alice Cooper is dit museum ook een soort van tripje.

De volgende dag kwam ik aan in Girona, waar ik in een hip hostel belandde. Bij binnenkomst liep ik Merle tegen het lijf, een Duitse die ook met de fiets reist, en gelijk aanbood mijn vele fietstassen naar boven te sjouwen. Met haar en kamergenoot Guy uit Israel (in 40 dagen meer dan 700 km gewandeld door de Pyreneeën) een gezellige tijd gehad, en onder andere een mooie hike naar een hoge ruïne buiten de stad gemaakt. Na toch vrij vaak de enige gast te zijn geweest in jeugdherbergen en campings, was dit hostel een aangenaam warm nest.

Hierna bracht ik een bezoekje aan Rosa Maria, de moeder van een Amsterdamse vriend, in het huis aan de Costa Brava waar ze opgroeide. Ik mocht genieten van haar Catalaanse cuisine, en bovendien had ze wat buitengewoon nuttige spullen uit Amsterdam meegenomen (toch maar een laptopje aangeschaft).

Na weer een nachtje op een winderige camping (moest nog even mijn tent achterna hollen), mocht ik in Manresa weer genieten van gastvrijheid via Warmshowers. Niet van het lid zelf (bleek tegenwoordig in Parijs te wonen), maar van haar ouders die dit een paar minuten voor mijn komst te horen kregen...

Ondertussen is de route een stuk uitdagender geworden met lange beklimmingen en hoge passen. Daardoor wel fantastische vergezichten en oorploppende afdalingen.


- - -


The wind in the south of France was making my cycling and camping life pretty challenging. I was blown off the road several times and even downhill stretches required sturdy pedalling. My tent passed all tests though. I was nevertheless able to enjoy the green valeys with mountain streams, spectaculair rock formations and castle rich vistas.

The day I crossed the Pyrenees the wind was blowing in the right direction making the ascent to only 715 meters not a big deal. The road did turn into something only a 4wd would conquer, but after pushing my bike for about a kilometer I suddenly stood on very smooth Spanisch highway. The tailwind subsequently blew me to Dali city Figueres, where I spent a rest day visiting his bizarre museum.

Next up was Girona. I ended up in a very hip hostel where I ran into Merle who's taking her bike with her too, and who immediately offered her help with all my bags. After several nights of deserted hostels and campings, it was a nice change to enjoy this warm backpacker's nest for a bit. With roommate Guy from Israel (walked more than 700 kms through the Pyrenees in 40 days) I made a nice hike to a viewpoint a few km's out of town. With all the flowers it felt like spring.

I enjoyed another restday on the Costa Brava, where the mother of a friend brought me some stuff from Amsterdam and I could enjoy her Catalan cuisine.

Sometimes it takes a little bit more effort to find a place for the night. In 2 days you want to be in a certain city, so you send an email to a Warmshower host living there. Unfortunately no response the next morning. Next night you're staying at a camping in a small vilage, so no possibilitiy to check your mail. On the day you plan to arrive in that certain city you text your sister to check your mail for a response. Turns out there's one, but that your intended host actually lives in Paris. However, that you're more than welcome to stay at her parent's place. So you find yourself sitting on the pavement of a local civic center an hour after dark, using your new laptop's wifi for the first time to find the location on google maps. And within half an hour your're enjoying the warm Catalan hospitality of total strangers and the long hard day is intantly forgotten.



Omineuze lucht
Ominous sky


Bomen en wijngaarden
Trees and vineyards


Laatste zonnestralen
Last sunlight


Dali museum


Guy proberen bij te benen
Trying to keep up with Guy


Costa Brava


day 23 Bedoin - Servas: 154 km
day 24 Servas - Les Lavagnes: 106 km
day 25 Les Lavagnes - Colombiers: 111 km
day 26 Colombiers - Tautavel: 104 km
day 27 Tautavel - Maureillas-Las-Illas: 77 km
day 28 Maureillas-Las-Illas - Figueres (Spain): 49 km
day 30 Figueres - Girona: 85 km
day 32 Girona - Palamós: 51 km
day 34 Palamós - Osor: 77 km
day 35 Osor - Manresa: 127 km
day 36 Manresa - Ulldemolins: 127 km

October 12, 2010

Gevecht met de Kale Berg / Battle with the Bald Mountain

Oke, hij lag niet echt op de route, maar vanochtend moest ik zonodig Mount Ventoux beklimmen.

Eerst wat vooraf ging.

Het uitzicht van de verlaten jeugdherberg waar ik mijn vorige berichtje typte bleek bij daglicht erg mooi. In de keuken stond een royaal ontbijt te wachten, klaargezet door Gaëlle, die me bij het vertrek aanraadde toch maar mijn helm op te zetten. Die avond zette ik mijn tentje neer op de stadscamping van Le Puy-en-Velay, waar ik maar gelijk een rustdag nam. Een enorme uit kannonnen gegoten Maria kijkt als een vroom vrijheidsbeeld op dit sfeervolle pelgrimsstadje neer. Op zo'n rustdag valt pas op wat ik eet om op de been te blijven (1.5 weliswaar Frans volkorenbrood, 2 bananen, 1 kg Franse kwark, 4 danoontjes, 1 pizza, 1 bak patat en een pak volkoren koekjes).

De volgende fietsdag kwam ik voor het eerst een andere tourfietser tegen, Vincent uit Parijs, die voor het eerst al fietsend van zijn vakantie genoot. Die dag fietste ik weer voor een groot deel over een oud spoortraject. En in het Centraal Massief betekende dat ook: fietstunneltjes! Een paar van meer dan een kilometer, galmend en druppelend. Met aan het begin een geruststellend bordje dat de lokale overheid niet veranderwoordelijk is voor het eventueel halverwege uitvallen van het licht. Sfeervol! Het weer zat even mee en ik kon 4 dagen op rij kamperen. Er gaat weinig boven het onder de sterren naar binnen werken van een pan met pasta na een lange dag fietsen.

En toen nam ik dus een afslag naar links om via Avignon richting Mt. Ventoux te trappen. Na een bescheiden ontbijt en een halfslachtige warming-up, vertrok ik vanochtend met een heerlijk lichte fiets, een liter water, wat engergietabletjes en mijn muts ver over mijn oren getrokken naar het beginpunt van de 'klassieke' klim. In 22 km moeten 1600 hoogtemeters worden getrotseerd. Met maar weinig benul wat ik moest verwachten tufte ik rustig omhoog. Ik had verwacht om de paar minuten het achterwerk van een strak uitgedoste wielrenner te mogen nakijken, maar gedurende de hele klim ben ik geen 1 keer gepasseerd (zal meer met het tijdstip dan met mijn snelheid te maken hebben gehad). Omstandigheden waren ideaal: lekker fris, rustig, en vooral, weinig wind. Dit laatste kan de klim een kwelling maken. Na 2 uur en een kwartier (wielrenners mogen hier even besmuikt lachen) bereikte ik in een licht eufore stemming de top. Fenomenaal uitzicht. En vooral: fabuleuze afdaling! Met ruim 60 km/uur (wielrenners mogen weer even besmuikt lachen) sjeesde ik naar beneden, waarbij ik bijna in de verleiding kwam auto's in te halen.

Oke, genoeg heroïek, morgen gewoon weer rustig doortrappen naar het Zonnige Zuiden.


- - -


I admit, not quite in the general direction I was going, but I had to climb Mount Ventoux this morning.

First what came before.

After enjoying the fabulous view and the royal breakfast of the youth hostel I typed my last post, Gaëlle the manager saw me out after urging me to don my helmet. After reaching 1 km for the first time I arrived at Le Puy-en-Velay, a nice historic city with a huge pink Mary overlooking the pilgrims on their way to Santiago de Compostela.

After letting my bottom recuperate a bit it was onwards through the Massif Central, again using a former train track. This time with dripping, echoing tunnels, over 1 km a piece! A reassuring sign conveyed the message that the local government wouldn't be responsible if the light would switch off halfway. And to bring some warm clothes. A few km's after that I met a touring cyclist for the first time this trip: Vincent from Paris, on his first bike holiday.

Then I took a left for Avignon where after 4 days of sunshine and camping I arrived pretty soaked again. Next day was even worse. Without a detailed map of this region I couldn't find a smaller road, and I ended up on the highway. So long as there's a broad shoulder and no exits things aren't that bad. Unfortunately, lots of places without shoulder and lots of exits. After some furious honking I decided to give up, only to get seriously lost on back roads. A lady innkeeper drew me a map, and finally I was getting closer to my goal: Mount Ventoux. For some reason the roads were swarming with huge tank trucks that seemed to enjoy passing me ridiculously close. But I think the adrenaline kept me going on this lousy day. Luckily I was welcomed with some French hospitality in Bedoin. I knocked on the door of a house were closeby a sign mentioned a room for tourists (gite d'etappe in French). Wrong door, but Serge immediately offered me coffee, cakes and chocalate, while his wife called the owner of the room in question. They're currently even allowing me to use their internet.

Then this morning I got on my featherlight bike (not quite, but at least without all my luggage) armed with a liter of water and some dextro. The 22 km and 1600 m elevation of Mt Ventoux were waiting. Not quite knowing more than that, I headed off in a slow but steady pace. To my surprise there was hardly anyone on the road, and I wasn't overtaken once. After 2 hours en 15 minutes I reached the summit in a slightly euphoric state of mind, enjoying the breathtaking view. Conditions were great: low temperature and little wind. The road leading to the summit has very few hairpins, which makes for a fabulous downhill run. I was tempted to overtake cars, but of course I didn't. Great experience.

So much for heroics, tomorrow it's back to steady pedalling to the Sunny South again.



Uitzicht jeugdherberg St. Martin-des-Olms
View from youth hostel St. Martin-des-Olmes


Le Puy-en-Velay


Meer herfst
More autumn


Fietstunnel
Bike tunnel


De weg omhoog
The way up


Pain is temporary, pride is forever



day 16 St. Martin-des-Olmes - Le Puy-en-Velay: 90 km
day 18 Le Puy-en-Velay - Le Bastide-Puylaurent: 100 km
day 19 Le Bastide-Puylaurent - Connaux: 133 km
day 20 Connaux - Avignon: 36 km
day 21 Avignon - Bedoin: 62 km
day 22 Bedoin - Mt Ventoux and back: 46 km