January 26, 2011

Ik leef nog! / I’m still alive!

Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken waardeert de weg tussen Marokko en de hoofdstad van Mauritanië met een code 6 reisadvies (alle reizen worden ontraden), en uitgerekend op dit stuk kreeg ik een voedselvergiftiging plus zonnesteek voor m'n kiezen. Nieuwjaarsdag verliep nog zonder problemen, wel ging ons tempo weer een stuk omlaag door stevige tegenwind. De zon had duidelijk meer kracht, dus besloten we de volgende dag met zonsopgang te vertrekken om de koelte van de ochtend mee te pakken. Tegen lunchtijd sleepten we onze fietsen naar 1 van de weinige bomen voor wat schaduw. Ik had al de hele dag weinig honger (altijd een veeg teken in mijn geval) en na een bescheiden lunch besloot ik maar een tijdje te gaan liggen. Toen ik na een uurtje weer overeind kwam, kwam de lunch vrolijk weer naar buiten. Dit luchtte helaas maar matig op. Slap als een vaatdoek weer op mijn fiets geklommen, het was al vrij laat en we moesten nog wel een veilige plek voor de nacht vinden (hier was wildkamperen niet zo’n verstandig idee). Met het gevoel elk moment van mijn stokje te gaan doorgetrapt tot de eerste politiepost. Daar aangekomen gelijk midden op de weg in de schaduw van mijn fiets gaan zitten, ik kon niet meer. Gelukkig begreep de agent dat ik dit niet voor de lol deed, zeker toen ik de rest van mijn maaginhoud zo’n beetje over zijn laarzen gooide. Een paar meter verder was een benzinepomp met winkeltje en ook iets wat voor accommodatie moest doorgaan. Gelijk naar binnengestrompeld en gaan liggen. Niet de ideale plek om te herstellen! Een stoffige stenen bunker die overdag in een sauna veranderde. ’s Nachts het gedreun van een dieselgenerator. En een hurktoilet zonder slot, licht of stromend water, maar met een familie kakkerlakken ter grootte van muizen (deze laatste diersoort was ook weer van de partij overigens). O ja, zelfs hier was het nodig dat iemand op de meest onmogelijke tijden met een megafoon de muezzin uithing. Een koortsachtige nacht en een lome dag volgden, maar ik zag al snel dat ik in deze omgeving niet de krachten zou kunnen opbouwen om het pittige stuk naar de hoofdstad op de fiets af te leggen (de droge koekjes van het winkeltje was ik na een halve dag al zat). Dus de dag erna weer naar de politiepost gestrompeld en de zaak uitgelegd, was geen probleem om daar op een lift te wachten, kreeg nog een stoel aangeboden ook. De officieuze Parijs-Dakar rally bleek aan de gang met een hoop felgekleurde passerende bolides, helaas allemaal te vol met reservewielen om een zielige fietser te kunnen vervoeren. Wel kwam de ondersteunende wagen van 1 van de 2 Nederlandse teams voorbij, en de 2 nuchtere Nederlanders hadden duidelijk met me te doen. Met het vertrouwde stemgeluid van Guus Meeuwis op de achtergrond kreeg ik een paar blikjes cola, een rits sultana’s, zakjes ORS en wat extra energietabletjes (nogmaals bedankt, heren!). Uiteindelijk mijn fiets provisorisch op een gammele personenauto moeten vastbinden en 300 kilometer lang mijn misselijkheid onderdrukt. Voor het eerst de zoete thee moeten weigeren, die ook tijdens autoritjes gewoon wordt gemaakt met behulp van een gasbrandertje tussen de voeten van 1 van de passagiers.

De hoofdstad bleek gelukkig en erg fijne auberge te hebben waar ik kon genieten van de luxe van een warme douche, een zachte matras en Nederlandse radio (via het draadloos internet). IJlend in die benauwde bunker had ik het even goed gehad met deze hele onderneming, maar hier kon ik even flink mentaal en fysiek bijtanken. Ik nam hier afscheid van Mark die doorjakkerde naar The Gambia, en kwam hier weer Jérémie en Claire tegen, het muzikale Franse fietsstel. Zij nodigden me uit mee te gaan met een lokale vriend op een wandeling door de woestijn: vier nachten in de Echte Sahara, van nomadenkamp naar nomadenkamp met een paar dromedarissen voor de bagage. Hier zei ik natuurlijk geen nee tegen. Een fantastisch gevoel om alleen door zandduinen omringd te zijn. En confronterend om de wel erg basale omstandigheden van woestijnnomaden te beleven. Ik moest dan ook mijn opnieuw voorgenomen motto ‘cook it, peel it or forget it’ snel weer laten varen.

Terug in de vertrouwde auberge in de zanderige hoofdstad kwamen we nog een Franse fietser tegen, en gevieren fietsten we naar het zuiden, 2 maal slapend onder de blote hemel. Na de rust van de woestijn was het weer wennen aan de drommen kinderen die hun hele woordenschat Frans, die helaas beperkt blijft tot ‘MONSIEUR, DONNEZ-MOI UNE STYLO!!!’, naar onze hoofden slingerden. Na 1000 keer ging dit wat vervelen en na 10.000 keer ben ik het stevig zat en kan ik het niet laten af en toe baldadige dingen terug te roepen.

Ik besloot de hectiek van de beruchte Rosso grensovergang naar Senegal te vermijden, en na afscheid te hebben genomen van mijn Franse reisgenoten nam ik een buitengewoon onverharde weg naar een rustigere grensovergang 90 km verderop. Veel rul zand en wasbord, maar super rustig en veel wild, waaronder de eerste Afrikaanse aapjes. Ook schoot er een vervaarlijk uitziend wild zwijn de weg op, gelukkig nog meer geschrokken van mij. Die avond mijn tentje opgezet naast 1 van de politieposten, waarvan de agenten hartelijk moesten lachten om mijn wat beteuterde gezicht toen ik de vele ratten zag die door het struikgewas krioelden. Gelukkig zijn mijn tassen niet alleen water- en stofdicht, maar blijkbaar ook geurdicht, en waren mijn tent en tassen de volgende dag nog intact. Ik had binnen 20 minuten beide stempels en zoefde over glad Senegalees asfalt naar een mooie camping in een vogelpark. Hier werd ik ontvangen door een sympathiek groepje Spanjaarden die me de volgende dag meenamen op een kleine safari in de omgeving.

Als eenzame fietser kom ik veel sympathieke en fascinerende mensen tegen. Een enkele keer tref ik een zielsverwant. In dit geval de Duitse Michael die met zijn zelf geknutselde opvouwbare surfboard op zoek was naar de juiste golven. Binnen no time een diepgaand gesprek over van alles en nog wat maar vooral het Afzien in Afrika. En na de safari een lesje windsurfen op de Senegal rivier.

Door richting Dakar, wildkamperend achter de eerste grote Baobab en onderweg nog even gedreven in het superzoute Lac Rose. Het landschap veranderde al in Mauretanië van woestijn in savanne, met een flinke toename in het aantal wilde dieren (waarvan een misselijkmakende hoeveelheid helaas dood langs de weg). Nu dus in de door stroomstoringen geplaagde hoofdstad van Senegal, waar ik van de gastvrijheid geniet van Sacha, mijn eerste WarmShowers gastheer in Afrika.

[Even een tussenstand wat betreft de sponsoring: met de tot nu toe toegezegde sponsorgelden kunnen 34 rangers (die bijvoorbeeld klemmen in beschermd gebied opsporen) worden uitgerust en kunnen 2720 zwangere vrouwen op malaria worden getest.
Heb je een hekel aan panda's en witte jassen: geen probleem. In alle andere gevallen: maak de wereld een stukje beter en meld je aan als sponsor!]


- - -


The Dutch Ministry of Foreign Affairs gives a code 6 (all travel is discouraged) to the road between Morocco and the capital of Mauretania, and exactly on this stretch I suffered from food poisoning plus heat stroke. New Year's Day went without any problems, albeit at a slightly slower pace because of a strong headwind. The sun clearly had more power, so we decided the next day to head off at sunrise to make the most of the cool of the morning. By lunch time we dragged our bikes to one of the few trees for some shade. I hadn’t been hungry all day (always a bad omen in my case) and after a modest lunch, I decided to lie down for a while. When I got up after an hour, my stomach decided to rid itself of its contents, up in this case. This didn’t make me feel a lot better unfortunately. Feeling extremely lousy I climbed back on my bike, it was getting late and we still had to find a safe place for the night (better not wild camp here). Feeling like I might pass out any moment we made it to the first police checkpoint. I immediately sat down right in the middle of the road in the shadow of my bike, I could not go another meter. Fortunately the officer understood that I didn’t do this for the fun of it, especially when I deposited the remainder of my stomach contents over his boots. A few meters beyond was a gas station with a little shop and something that had to pass for accommodation. I stumbled inside and lied down, not intending to do anything else for quite a while. Not the ideal place to recover though! A dusty stone bunker that during the day became somewhat of a sauna. At night the drone of a diesel generator. A squat toilet with no lock, light or running water, but with a family of cockroaches the size of mice (the latter species being also present again). And even here, in the middle of nowhere, the petrol station guy felt the need to do some muezzin calling at the most impossible hours. Here I spent a feverish night and a slow day, but I soon realized that here I wasn’t going to get into the shape needed to make it to the capital. So the next day I stumbled back to the police checkpoint and explained the situation. There was no problem waiting for a ride, they even offered me a chair. The unofficial Paris-Dakar rally turned out to be underway and lots of fancy colored cars were passing, unfortunately all too full with spare wheels to carry a cyclist in need. However, the support vehicle of 1 of the Dutch teams passed by, and the two down to earth Dutchmen clearly felt sorry for me. With some Dutch music in the background I received a few cans of cola, cookies, ORS sachets and some extra energy tablets. Eventually I tied my bike on to a questionable car and suppressed my nausea for the 300 km trip to the capital. For the first time I had to refuse the sweet tea, which is apparently also regularly made during car trips using a gas stove positioned between the feet of one of the passengers.

In the capital I was glad to find an excellent auberge where I could again enjoy the luxuries of a warm shower, a soft mattress and Dutch radio (using the wifi). Being sick to my stomach in that sweltering bunker I pretty much had it with this whole little endeavor, but this was an excellent place to refuel both mentally and physically. Also the first time sleeping under a mosquito net, the mosquitos here are fierce! This was also were I said goodbye to Mark who sped off to The Gambia, and where I met up again with Jérémie en Claire, the musical French couple. They invited me to join them on a desert trek with a local friend: four nights in the Real Sahara, from nomad camp to nomad camp with a few camels for the luggage. An offer I couldn’t refuse. It was an amazing feeling to be surrounded only by sand dunes. And pretty confronting to experience the very basic living conditions of desert nomads. I had to quickly throw my ‘cook it, peel it or forget it' motto out of the window again.

Back in the familiar auberge in the sandy capital, we met Pirin, another French cyclist, and together we cycled to the South, spending 2 nights under the open sky. After the calm of the desert I had to get used to the crowds of children blurting out their entire French vocabulary, which unfortunately is limited to ‘MONSIEUR, DONNEZ-MOI UNE STYLO!!!’. After 1000 times, this became slightly annoying. After 10.000 times I’m pretty fed up with it and I can’t help to occasionally shout something back that might not be very politically correct.

I decided to avoid the chaos of the infamous Rosso border crossing to Senegal, and after saying goodbye to my French companions, I took a dirt road to a very quiet border crossing 90 km to the West. Lots of sand and washboard, but super quiet and plenty of wildlife, including the first African monkeys. Also an encounter with a ferocious-looking wild boar, that luckily was more scared of me. I pitched my tent next to a police checkpoint, whose agents laughed heartily at my somewhat worried face when I saw the many rats that were merrily running around in the bushes. Fortunately, my bags are not only water-and dustproof, but seem to be odor proof too, and my tent and bags were still intact the next morning. Within 20 minutes I had both my stamps and whizzed over smooth Senegalese tarmac to a pretty campsite in a bird reserve. Here I was welcomed by a sympathetic group of Spaniards who took me with them on a little safari the next day.

As a lone cyclist I meet many nice and fascinating people. Occasionally I meet a soul mate. In this case Michael from Germany who was on a mission to find the right waves traveling with his self-made collapsible surfboard. Within no time we had an in-depth conversation about dreams, nightmares and the trouble of being a white guy in Africa. And after the safari he patiently thought me some wind surfing skills on the Senegal River.

Onwards to Dakar, wild camping behind the first big Baobab and stopping on the way at the super salty Pink Lake to do some floating Dead Sea style. And now in the capital of Senegal, where I enjoy the hospitality of Sacha, my first WarmShowers host in Africa.

[A preliminary sponsor report: with the money raised so far 34 rangers (looking for traps in protected areas among other things) can be outfitted and 2720 pregnant women tested for malaria.
Can't stand pandas and white coats? No problem. In all other cases: make the world a slighly better place and become a sponsor!]



Ahmed achterna
Following Ahmed


Nomadenkinderen
Nomad kids


Veel zand in de Sahara
Lots of sand in the Sahara


Woestijnfauna
Desert fauna


Beschut door de Baobab
Behind the Baobab


Zonsopkomst
Sunrise



day 103 Nouadhibou - Bou Lanouar: 89 km
day 104 Bou Lanouar - Next to Nouadhibou Highway: 71 km
day 118 Nouakchott - Nouakchott: 19 km
day 120 Nouakchott - Next to main road between Nouakchott and Tiguent: 88 km
day 121 Next to main road between Nouakchott and Tiguent - Next to main road between Tiguent and Rosso: 74 km
day 122 Next to main road between Tiguent and Rosso - Next to 3rd police checkpoint along piste between Rosso and Diamma: 75 km
day 123 Next to 3rd police checkpoint along piste between Rosso and Diamma - Mouit (Senegal): 132 km
day 124 Mouit - Next to N2 between Kébémer en Kelle: 137 km
day 125 Next to N2 between Kébémer en Kelle - Lac Rose: 117 km
day 126 Lac Rose - Dakar: 43 km