December 31, 2010

Zoef! door de Sahara / Zoof! through the Sahara

De genadeloze tegenwind hield 5 lange dagen aan. Het zand zat overal en werd met elke tegemoetkomende vrachtwagen als hagel in ons gezicht gesmeten. Na een dag lang voortploeteren (volgens Mark zijn zwaarste fietsdag ooit, dus dat zegt wat) waren we bij lange na niet bij ons doel en aardig door onze voorraden heen. Dus dan maar een campervan aangehouden. Deze bevatte gelukkig een joviale Duitser die, na ons voor gek verklaard te hebben, enige liters water doneerde.
De vorige nacht hadden we naast een ommuurde telecommast gekampeerd (beschutting in een verder beschuttingloos landschap), en dat leek ons nu weer een goed plan. Bij het naderen van zo’n toren kwam er een wat sjofele meneer aangelopen die de bewaker van het geheel bleek te zijn, en voor we het wisten zaten we in zijn zelfgetimmerde hutje te genieten van thee, brood en een omelet. We mochten in zijn hutje slapen, terwijl hij zich in een elektriciteitshokje zou terugtrekken, maar dat vonden we wat al te gortig. Dus dit keer ONDER de mast gekampeerd. Als schamele tegenprestatie wat pasta voor hem gemaakt, die hij deelde met een bezoekende visser die ons weer wat van een overheerlijk appel/banaan/limoendrankje gaf. De rest van de avond bij een kampvuurtje sterren gekeken en nog veel meer zoete thee gedronken. De volgende ochtend kwam een dromedarisdrijver op bezoek, zodat ik nu weet hoe verse dromedarismelk smaakt (lekker!).
In mijn vorige berichtje was ik een beetje bozig over de Marokkaanse mentaliteit, maar dit was echt ongeëvenaarde gastvrijheid, die met elke kilometer leek toe te nemen.

En toen was er opeens wind in de juiste richting. Rond de 35 km/u over kaarsrechte en pannenkoekplatte wegen voorttrappend ging het door heel veel meer stenige woestenij. Af en toe een dromedaris op de weg, verder weinig afleiding en dus gelegenheid om er stevig op los te mijmeren. Nog steeds zeer weinig accommodatie dus tijd voor improvisatie. Met een Frans fietskoppel dat 10 kg aan muziekinstrumenten meezeulde op de vloer van een restaurantje geslapen en 2 nachten daarna in een achterafkamertje van een pompstation.

Zal je net zien: heb je een goede daad verricht door een Marokkaan met een lekke band maar zonder pomp weer op weg te helpen, krijg je een paar uur later zelf een lekke band. Nog geen lekke achterband gehad, en nu zat er nota bene een scheur in de peperdure onverwoestbare buitenband! Mogelijk dat de muizen die ons de voorafgaande nacht gezelschap hielden een afwijkend dieet hebben. Altijd gedacht dat een lekke band plakken in de volle woestijnzon verschrikkelijk zou zijn, maar dat viel mee. Het betekende wel dat we een omweg moesten maken om een nieuwe buitenband, ter waarde van een verontrustende 6 euro, te scoren. Ook een excuus voor een rustdag na 12 dagen voortjakkeren (nota bene zonder zadelpijn, een geheel nieuwe ervaring voor mij, dankzij mijn lederen (sorry WNF) zadel en (steeds spaarzamer) gebruik van een beschermend zalfje).

Verder langs eindeloze stenige vlakte, soms oranje, soms wit. Een paar dagen met een rode laag vetplantjes. Vaak met de oceaan in de verte, waardoor het mogelijk is in de woestijn wakker te worden in een zwaar bedauwde tent. En 1 of 2 keer per dag langs een politiepost waar netjes onze paspoortgegevens worden opgeschreven, dit alles in verband met de betwiste status van de Westelijke Sahara. De over het algemeen zeer vriendelijke politiebeambten raden ons dringend af langs de weg te kamperen, maar ja, als er geen accommodatie is moet je wel.

Gisteren na bijna 4 uur grensbeslommeringen aangekomen in Mauretanië. Niet alleen worden handmatig en in 6-voud alle paspoortgegevens opgeschreven, ook moet er een paar kilometer troosteloos niemandsland worden overwonnen. Tussen langzaam door rul zand voortploegende vrachtwagens en uitgebrande autowrakken duwden we onze fietsen voort in de brandende zon. In Mauritanië wachtte gelukkige een nieuwe gladde asfaltweg, en waren we net op tijd om de langste trein ter wereld voorbij te zien komen. Ons nieuwe jaar begint met een paar stevige fietsdagen door klassieke woestijn, op weg naar de hoofdstad.


- - -


The relentless headwinds kept slowing us down for 5 long days. With every passing vehicle the sand was thrown in our faces like hail, and some stretches the road was only partly visible under the dunes. After what according to Mark was his toughest cycling day ever (and that’s something) we were sure never to reach our destination before the dark. Pretty much at the end of our supplies we flagged down a campervan that luckily produced a jovial German who, after proclaiming we were crazy, donated a royal amount of water. Having found that walled telecom towers present a good shelter from the wind we approached one and crossed paths with a rather shabby looking fellow carrying some plants. This turned out to be the guard of this particular tower, and before we knew it we were enjoying a tea and some omelet in his self made shelter. He offered his home for the night and would himself retreat to a tiny power shack. This was a bit too much, so this time we camped right underneath the tower. The rest of the evening we spent stargazing around a little campfire and drinking lots of sweet tea. Next morning we resumed this activity (without the stargazing) with a visiting camel shepherd, so now I know how fresh camel milk tastes (good!).
OK, last time I was quite harsh on the Moroccan mentality, but this was some amazing hospitality, which we seemed to encounter more on the way South.

And suddenly the wind blew in the right direction. Pedaling with a comfortable 35 km/h over endless flat and straight roads through endless stony desert. Every now and then a camel on the road, but not much else in the way of distraction, so quite a bit of time to let the mind wander a bit. Still very little accommodation, so time to improvise. With a French couple who were hauling 10 kg of musical instruments we slept on the floor of a soon opening restaurant, and 2 nights after that in a back room of a pump station.

You’ll always see: a few hours after helping a Moroccan guy with a flat tire but without a pump, you’ll get a flat tire yourself. And a weird one: a tear in my very expensive, indistructibale rear outer tire which didn’t have any punctures yet. Maybe the mice that kept us company the night before had something to do with that. Anyway, it meant making a detour for a new outer tire that cost me a disturbing 6 euros. Also an excuse to take a rest day after 12 days of serious pedaling, and that without saddle pain! (all thanks to my leather (sorry WWF) saddle and the use of protective cream).

More endless stony plains, sometimes orange, sometimes red or white. And once or twice a day a police checkpoint where our passport info is neatly written down, all because of the disputed status of the Western Sahara. The friendly police officials warn us to stick to formal accommodation, but when there’s none within a day’s ride, wild camping is the only alternative. And no better place to count falling stars than in the middle of Saharan nowhere.

Yesterday we entered Mauretania. Besides endless border formalities, this involved pushing our bikes through the depressing 3 kilometers of no man’s land that separates these countries, the burned out car wrecks eerie warnings not to stray too far from the many weaving trails. After this a new road led us through some nice desert scenery and we were just in time to witness world’s longest train passing by. Our new year will start with a couple of big and very sandy days to reach Mauritania’s capital.




Wildkamperen, daarom dus
Wild camping, that’s why


Nooit meer thee zonder suiker
No more tea without sugar for me


Dromedaris op de weg
Camel on the road


Lunch met uitzicht op 1e kerstdag
Lunch with a view on Christmas day


Woestijnflora
Desert flora


Wildkamperen, daarom dus, deel 2
Wild camping, that’s why, part 2


Zoef!
Zoof!



day 91 Tan-Tan - Next to the N1 about 20 km before Sidi Akhfenir: 102 km
day 92 Next to the N1 about 20 km before Sidi Akhfenir - Next to the N1 between Sidi Akhfenir and Tarfaya: 76 km
day 93 Next to the N1 between Sidi Akhfenir and Tarfaya - Tarfaya: 50 km
day 94 Tarfaya - Laayoune Plage (Western Sahara): 135 km
day 95 Layoone Plage - Boujdour/Bu Jaydur: 171 km
day 96 Boujdour/Bu Jaydur - Oued Lakraa: 182 km
day 97 Oued Lakraa - Dakhla/Dajla: 188 km
day 99 Back on N1 at turnoff to Dakhla - Next to the N1 between El Aroub and Complexe Barbas: 115 km
day 100 Next to the N1 between El Aroub and Complex Barabas - Complexe Barbas: 141 km
day 101 Complexe Barbas - Nouadhibou (Mauretania): 151 km

December 19, 2010

Terug in het zadel / Back in the saddle

De meeste mensen zouden wel raad weten met een weekje in een licht toeristische Marokkaanse badplaats. Ik niet. Het wachten in Agadir op de nieuwe bankpassen van Mark (portemonnee verloren in Marrakesh) duurde helaas wat langer dan verwacht. Heel veel gelezen, heel klein beetje gesurft en elke dag vroeg wakker geworden door de overambitieuze maar weinig getalenteerde muezzin medewerker wiens toeter zich op een kleine 15 meter van onze kamer bevond (dit klonk zo: link).

Alvorens definitief naar het zuiden te fietsen maakten we eerst nog even een omweg door de voorlopig laatste bergen op de route: de Anti Atlas. Een ideale fietsroute: prima weg, vrijwel geen verkeer en fantastische panorama’s. Bijna geen accommodatie, en dus: mijn eerste wildkampeerervaring! (afgezien dan van die kan-ik-mijn-tent-in-het-donker-opzetten proefnacht in het Amsterdamse Rembrandtpark). Had ik veel eerder moeten doen, maar de behoefte aan een douche na een lange fietsdag was tot nu toe altijd genoeg motivatie om desnoods nog een flink eind door het donker te fietsen. Het aangename middle-of-nowhere gevoel, het uitzicht voor het uitkiezen en de vrijwel absolute stilte compenseren ruimschoots voor de praktische ongemakken. En sta je dan na een paar dagen weer eens onder de douche, dan is dat de hemel op aarde.

Samen fietsen kan nogal nauw luisteren, maar Mark en ik zijn redelijk aan elkaar gewaagd. Ik moet wel flink hard werken om hem bij te houden, terwijl ik toch dacht zelf aardig snel te zijn ondertussen. Hij is meer van het snel fietsen, ik meer van de lange dagen. Zo deed hij Route 66 (meer dan 4000 km) in 25 dagen (en 1 rustdag). Verder is het ook nog eens zo’n fietsasceet die vindt dat slipstreamen valsspelen is. Kortom, een bikkel.

Maar hoe zit het nou met die Marokkanen? Niet 1 groot feest. Door schade en schande wijs geworden hanteer ik nu maar de volgende regels: 1) Iedereen is op je geld uit tot het tegendeel bewezen is (onbaatzuchtige behulpzaamheid ben ik nog maar een enkele keer tegen gekomen). 2) Spreek altijd van tevoren een prijs af (anders betaal je al snel voor een kopje thee de prijs van een 3-gangen-menu). 3) Geef geen geld of pennen aan bedelende kinderen (afgezien van het feit dat je door beiden snel heen zou zijn, maak je het leven van de fietsers na je knap irritant).
Gaat dus alleen over centjes, dus misschien niet heel belangrijk. Maar die oprecht geïnteresseerde en vriendelijke Marokkaan krijgt nu wel al mijn wantrouwen over zich heen, en da’s jammer.

En nu sinds 2 dagen op de N1, de enige verkeersader naar het zuiden die ondanks dat de allure heeft van een Nederlandse provinciale weg. Stukken tot 200 kilometer zonder accommodatie, en dus afgelopen nacht onze tentjes opgezet onder de galerij van een verlaten pompstation. Wel moesten we eerst een zandstorm trotseren die vervolgens overging in een regenbui, al met al een enerverend spektakel. Zwoegend tegen een genadeloze tegenwind zagen we niet zo snel hoe te kamperen, maar daar kwam een Zwitser ons met 50 km/uur tegemoet geblazen die ons kon vertellen dat er verderop een gebouw was en dus beschutting. Van slapen kwam het niet echt aangezien de hele nacht door en op een paar meter afstand zwaar vrachtverkeer bleef voortdenderen.

Vandaag iets minder tegenwind en gewoon weer een aangenaam zonnetje. Langzaam gaat de steenachtige hammada over in de meer klassieke zandduinen. We zorgen er vanaf nu voor dat we ieder tegen de 10 liter water meezeulen. De woestijn, we zijn er bijna!


- - -


Most people would be happy with a week in a slightly touristic Moroccan beach town. Not me. Waiting for Mark’s new cards (lost his wallet in Marrakesh) took somewhat longer than expected. Passed the time with lots of reading, a little bit of surfing and by being woken up early every day by the overambitious yet highly untalented muezzin man who’s speakers were about 15 meters from our room (this bad: link).

Instead of directly heading South, we opted for a scenic detour over the last mountains we would encounter for a while: the Anti Atlas. Ideal cycling: smooth roads, almost no traffic and lovely scenery. Almost no accommodation though, and so: my first wild camping! (aside from that try-out night in a Amsterdam city park). To avoid unnecessary attention we wait for the dark before we put up our tents, enjoying our spaghetti-with-tuna-and egg in almost absolute silence under a hazy moon.

Cycling together can be tricky, but Mark and me seem to be doing fine. I have to step up quite a bit to keep up with him, and I thought I was fast! He did Route 66 (more than 4000 km) in 25 days (and 1 restday). He’s one of those cycling ascetics too, who think slipstreaming is cheating. Guess I have to respect his beliefs…

So what about these Moroccans? Well… After plenty of interactions I’ve resolved to sticking to the following rules: 1) Everyone wants your money (I’ve only had a few occasions of genuine friendliness). 2) Always agree on a price beforehand (otherwise your cup of thee ends up costing more than a whole menu). 3) Don’t give money or pens to begging kids (you’ll run out of both really soon, and cyclist after you will have an even harder time).
OK, this is only about the money, and there are more important things in life. But the truly interested and friendly Moroccan now suffers the full extent of my distrust, which is a pity of course.

And now since 2 days on the N1, the only road to the South while still having the feel of a minor road. Stretches of up to 200 kilometers without accommodation, so last night we pitched our tents under the roof of a derelict pump station. To get there we first had to suffer through a sand storm that later became a rain shower, quite a spectacle with a rainbow to top it off. Battling a relentless head wind we started to worry about camping. Then a Swiss cyclist came zipping along with 50 km/h in the other direction, and he could tell us there would be a building, and therefore shelter from wind and rain, after another 20 kilometers. Hardly slept though since all through the night heavy trucks kept thundering past a few meters away.

Today somewhat less headwinds and a pleasant sun again. The stony hammada slowly gives way to the classic sand dunes. From now on we make sure to each carry up to 10 liters of water. The desert is waiting!



Agadir



Anti Atlas



Eerste wildkampeerplek
First wild camp spot


En aan uw rechterhand een zandstorm
And a sandstorm on your right hand side


Dan maar hier kamperen
Guess this will have to do


Begint op woestijn te lijken
Starting to look like desert


day 86 Agadir - Next to the R105 between Ait Baha and Tafraout: 100 km
day 87 next to the R105 between Ait Baha and Tafraout - Next to the R104 between Tafraout and Bouizakarne: 105 km
day 88 Next to the R104 between Tafraout and Bouizakarne - Bouizakarne: 92 km
day 89 Bouizakarne - Next to the N1 between Guelmin and Tan-Tan: 95 km
day 90 Next to the N1 between Guelmin and Tan-Tan - Tan Tan: 83 km

December 07, 2010

Bikkels / Die-hards

Tijdens het typen van m’n vorige berichtje begon het te regenen, en dat bleef het een aantal dagen af en aan doen. Na een lange, natte dag bleek mijn voorgenomen doel (op de kaart een wat grotere plaats) geen enkele accommodatie te hebben. Het werd donker en met de genadeloze tegenwind zou ik nog ruim 2 uur bezig zijn om de volgende plaats 30 kilometer verderop te halen. Om een lang verhaal kort te maken: ik heb vals gespeeld. De heer die ik had gevraagd naar accommodatie, bood spontaan aan me naar de volgende plaats te brengen. Bleek te gaan om een basisschool directeur, die het dus geen probleem vond om al mijn bemodderde bezittingen in zijn autootje te laden. Aangekomen bleek dat alles vol zat, afgezien van een panoramische suite, die ik dus maar nam. Volgende dag had ik natuurlijk een stukje terug kunnen fietsen om als echte purist te kunnen zeggen dat ik elke kilometer heb gefietst, maar aangezien het opnieuw (of nog) regende en dit 1 van de lelijkste stukken weg ter wereld moet zijn, liet ik dit maar achterwege, en maakte ik er een monsterdag van om in 1 keer Marrakesh te bereiken.

Hier had ik afgesproken met Mark, een sympathieke Brit die op weg is naar Kaapstad. Leek ons wel een goed idee om de volgende etappe gezamenlijk te doen, solo reizigers riskeren immers geweigerd te worden bij de grens met Mauritanië. Verder natuurlijk gewoon erg gezellig.

Met 5 rollen koekjes, 4 kg mandarijntjes en bananen, 3 kg pasta en veel nootjes en dadels verlieten we Marrakesh onder een ouderwets blauwe hemel om gezamenlijk de Atlas bergen te bedwingen. Al snel veranderde het landschap in Arizona-achtige rotsformaties met veel cactussen en rode dorpjes. Dit was het Marokko waar we op hadden gewacht. Gestaag klimmend ging het naar de Tizi n'Tickha, de hoogste pas van Marokko (en met 2260 meter ook het hoogste punt van onze beider trips). Een paar kilometer voor de pas stopten we in een klein bergdorpje waar we in een basaal maar knus onderkomen belandden. Geen warme douche, maar in plaats daarvan werden we met een setje handdoeken naar de dorpshammam gestuurd. Na voor de zekerheid nog even nagelezen te hebben wat de etiquette is in deze openbare badhuizen, werden we naar een gebouwtje geleid waar we elk een emmer en een schepje in handen kregen gedrukt. Volgende ruimte was de kleedkamer, even gêne overwinnen en hopla, naakt de volgende ruimte in om onze emmertjes te vullen met stomend heet water. Laatste ruimte was een ware sauna, waar we het voorbeeld volgden van de aanwezige dorpeling en al scheppend onze eigen douche verzorgden. We voelden ons zeer geïntegreerd, en nadien vooral erg opgefrist.

Overigens houden Marokkaanse hotelmedewerkers niet van fietsen. De vraag of ik mijn fiets binnen mag stallen roept een blik op die het midden houdt tussen paniek en afgrijzen. Hierna volgt regelmatig een botte weigering. En dan gaat het niet om blinkende 5-sterren resorts, maar onderkomens die in Europa nog maar net de benaming pension zouden kunnen claimen. Vreemd.

Na de pas sloegen we een kleiner weggetje in dat ons door een fantastisch landschap leidde van rode steenvlaktes tegen een achtergrond van besneeuwde bergtoppen onder een strakblauwe hemel. Verder door kloven met af en toe groene terrasbouw langs kleine stroompjes. Het slalommen om de gaten in het asfalt ging helaas over in het stuiteren over 40 kilometer aan grote kiezels die Mark een lekke band opleverden en mij een deja vu gevoel aan een zeker wandelpad in Spanje.

In het Noorden leek het of de ene helft van de Marokkaanse mensheid zich in een auto of bus bevindt, en de andere helft langs de weg op een auto of bus staat te wachten. Op ons rondje door de Hoge Atlas was de weg gelukkig vaak uitgestorven en konden we lange stukken naast elkaar fietsen zonder al te veel starende blikken. Het onbezoedelde landschap en de rust deden de restjes cultuurschok langzaam wegebben. Na vele kilometers prairie-achtige hoogvlakten waarbij we spontaan Sergio Leone melodietjes gingen fluiten zijn we nu weer terug aan de kust die we verder zullen volgen naar het nog Zonniger Zuiden.


- - -


It started raining while typing my last blog message, and kept doing that quite a bit during the following days. After a very long and wet ride it turned out my intended goal for the day didn’t have any accommodation (looked like a bigger town on the map). It was getting dark and with the nasty headwinds it would have taken me over 2 hours to get to the next bigger town 30 kilometer South. To make a long story short: I cheated. The gentleman I had asked about accommodation offered to give me a ride to the next town. Turned out to be a primary school principal who didn’t mind me putting all my muddy belongings in his car. The next town did have plenty of accommodation, but everything was booked, except for a ridiculous panoramic suite which I ended up taking. To compensate for my sin I made the next day into a grueling race against the clock and the elements to reach Marrakesh.

Here I met up with Mark from the UK, a very nice chap on his way to Cape Town and also raising money for the WWF. Seemed like a good idea to do the next leg together, knowing that solo travelers risk being sent back at the border with Mauretania. Think my parents will find it comforting too.

With 5 rolls of cookies, 4 kilos of clementines and bananas, 3 kilos of pasta and lots of dates and nuts we left Marrakesh the next day under a clear blue sky to cross the High Atlas mountains. Soon we cycled through the scenery we’d been looking forward to: Arizona like rock formations, cactuses, red villages blending in with their surroundings. We stopped at a small village a few kilometers before the Tizi n'Tichka, the highest pass of Morocco (with 2260 meters also the highest of both our trips). The place we ended up in didn’t have a warm shower (and it was cold up there!), so we were advised to make use of the village hammam. After reading up on the etiquette of these community bath houses, we headed to what seemed from the outside as just another shabby house. Inside we were given a bucket and half a plastic bottle for a scoop. Next room was the changing room, already much warmer than outside. Having stripped naked we filled our buckets in the following room, again a little bit warmer. The final one was truly a sauna, where we followed the example of one of the villagers and just started scooping the water over our tired bodies. A nice and kind of cozy way of ending your day!

On a side note, Moroccan hotel employees don’t like bicycles. My question about parking my bike inside usually results in a facial expression somewhere between panic and horror. A blunt refusal often follows. And these are not immaculate 5-star resorts, but places that would hardly be able to claim the designation pension in Europe. Maybe here a bicycle is the ultimate sign of poverty (even though my bike is probably worth more than their car). In South East Asia I didn’t even bother asking if I could park my bike in my room, I just did. Now I just make sure it’s one of the first things on my list.

After the pass we left the main road for a smaller one leading us though an amazing landscape of red rock plains with a backdrop of snowcapped peaks under a clear blue sky, on to green terraces along little streams in deep canyons. The slaloming around potholes on the tarmac road changed to bouncing over 40 kilometer of big stones that caused Mark to have a puncture and me to reminisce about a certain trail in Spain. When it was getting dark we were certain to have missed the village with a little hotel we were told about, only to learn the next morning that it was right around the next corner of where we spent the night.

In the North it seemed that half the Moroccan population was traveling by car or bus, and the other half was waiting roadside for one or the other. On our little loop through the High Atlas the road was often deserted and we could cycle alongside for long stretches. The unspoiled panoramas and the peace & quiet washed away the last bits of culture shock. After 2 easy days of zipping along slowly downhill sloping roads, we’re now back on the coast which we will follow down to the even more Sunny South.



Ten noorden van Casablanca
North of Casablanca


Met / With Mark in Marrakesh


Veel cactussen in Marokko
Lots of cactuses in Morocco


Op weg naar de Tzi n'Tichka pas
En route to the Tzi n'Tichka pass


Rode dorpjes
Red villages


Soort van prairie
Kind of prairy


Tamelijk rustige wegen
Fairly quiet roads



day 68 Rabat - Berrechid: 125 km
day 69 Settat - Marrakesh: 175 km
day 72 Marrakesh - Taddert: 101 km
day 73 Taddert - Tizgui-n-Barda: 72 km
day 74 Tizgui-n-Barda - Tazenakht: 98 km
day 75 Tazenakht - Taliouine: 92 km
day 76 Taliouine - Taroudant: 111 km
day 77 Taroudant - Agadir: 88 km